'Wil je uit je boek voorlezen, op onze voorleeskar?' had de organisatie me gevraagd. Het zou voor een klein publiek zijn, op een kar, waarop banken stonden. Tijdens het lezen zouden we over het festivalterrein rijden. Ja hoor, had ik geantwoord, ik wilde best voorlezen. Op zondagochtend om tien uur stond ik bij de kar. Het regende. Er was geen publiek. Er stonden twee jongens, enkel gekleed in onderbroeken, die de kar zouden voorttrekken. Om kwart over tien kwam er iemand van de organisatie. Een hele aardige en ook wel knappe jongen, die zei dat hoewel er nog geen publiek was, ik al heus wel op de kar mocht en dat ze me
(fragment uit verhaal van Esther Gerritsen)