Volgens de Inventio Fortunata stond hij precies op de noordpool, een blinkende, zwarte rots van drieëndertig mijl in omtrek, helemaal van magneetsteen. Als dat zo was, kon je begrijpen dat alles dat ook maar een flinter ijzer bevatte er vanuit de verre omtrek naartoe gezogen werd. Hij was omgeven door een binnenzee die als een vat het water door vier toegangen in en uit liet vloeien. Al ter hoogte van de poolcirkel zou het kompas het niet meer doen en zouden schepen die met ijzeren spijkers gemaakt
(fragment uit het boek 'Bij noorden om' van Marijke Spies)