Het citaat van gisteren (en ook vandaag) is afkomstig uit recensie over het boek 'De onbevlekte ontvangenis' van Gaetan Soucy van de hand van Jacq Vogelaar.
Een van de belangrijkste motieven van het boek is verdubbeling; "bijvoorbeeld de tweelingen die ook in andere boeken voorkomen: daarbij gaat het niet om gelijkenis, maar om twee helften die elkaar nodig hebben en samen een persoon vormen."
"De overgang van kindertijd naar het normale leven is een crises, en daar gaat Soucy's boek over. Op z'n elfde had Remouald (hoofdpersoon, red.) opeens zijn hoofd opgericht en was hij gaan spreken, maar niemand kon op zijn vele vragen antwoorden: 'Hoe komt dat aan alles een linker- en rechterkant zit'. De vraag stelt hij daarna nog eens, nu meer op zichzelf gericht: 'Waarom zat aan alles een linkerkant, onbeholpen en warm, buiten bereik van rede en woorden, en een rechterkant, onverbiddelijk, helder en koud, twee kanten die elkaar nooit raakten? Hij droomde van een tweelinggeest..."