Vandaag pakte inzender zijn broodmes vast dat op het aanrecht had gelegen. Het lemmet plakte aan zijn hand. Wat was dat? Over het zwarte hout liepen de opgedroogde witte lijntjes, als spinnenweb, van iets dat hij niet herkende. Het voelde zeer onaangenaam. Het was min of meer geurloos. En plakkerig. En heel fijn en klein. Alsof het uit kleine mondjes was gekomen. Plotseling zag inzender voor zijn geestesoog hoe de muizen die nacht daarvoor, puur uit wraak en ondankbaarheid, met z'n allen op het lemmet van zijn broodmes hebben staan spugen. Omdat ze de pest in hadden. Omdat ze honger hadden. "Muizenkwijl," dacht de inzender, "Dus dát is nou muizenkwijl."
Fragment uit het verhaal muizenkwijl zoals aangetroffen in een brief 'aan de elfchivaris' van Dick T.