Geachte belETTERman,
Ik als beeldend KUNSTENAARS heb het al lastig zat, het is niet gemakkelijk om als BEITELAARS door het leven te gaan en je iedere dag als ATELIEREZEL tot dit leven te verhouden. De aanblik van mijn verfdoos met het opschrift VERFTROMMEL zegt genoeg.
Ik peins hier nogal vaak over als ik op het toilet met mijn KUNSTENAARS het beeldhouwwerk uitscheid. In perioden dat ik ZEEFDRUKKER ben valt het mij extra zwaar.
Uw lijst met scheldwoorden doorlopend komt het mij voor dat u als VOORDRACHTIGE LETTERSLETTEN er nogal genadig van af komt. Of is het zo dat die schijnheilige grijze VERZINCELLEN van u nogal selektief te werk gaan en het eigen nest van WOORDLOSERS,ANUSDICHTERS,en VERBAALZAKKEN in bescherming neemt. Laatst kwam ik nog zo n RAMSJMOKKEL tegen, echt een INKTPOTJE en nog een SCHRIFTKIKKER bovendien, haar naam:THEA TER HAAT verbaasde me niet eens. Liever duizend keer liever ben ik gewoon een gezonde KONTSCHILDER dan dat ik mij waag onder het volkje van PENSLIKKERS,KOMMANEUKERS en GEZWELZWETSERS waarmee u zich placht te omringen. Komaan haal de STROFENSTOFFEERDER van uw DICHTERLIJKEN, stop uw VERBAALGEBLAAT en JAMBEGEJAMMER maar in uw KLEINKUNSTENAARS, onderzoek uw eigen VERSPERVERS en laat ons beeldend volk met rust, lelijke WOORDRUFTERS, VERSVERSTIKKERS, INKTSTINKERS, wat mij betreft bent u niet meer dan een ZITZAKLITERATOR of een puberale KUNSTUKKIE, ik groet u RIJMELAARS. En verder nog een waarschuwing , daar ik een bestand gebruik waarvan ik niet zeker weet of u het opent dient u mij te laten weten of ik gehoord ben, anders zullen ik en mijn POETENRAMMERS andere wegen zoeken om u te vinden.