Met bovenstaande alinea sloten wij ons verhaal af zoals die vermeld staat in de krant van het literatuurfestival Wintertuin 2006 (de elfde editie!). Onder het kopje invloedrijk kondigden wij onze komst aan op zaterdag 2 december 2006 alwaar wij optraden in het Nijmeegse Doornroosje te midden van o.a. Eefje Wentelteefje, Gruppo Hans VandenBurg en Gerben Hellinga.
De tekst invloedrijk over de Russische Futuristische dichter & denker Velimir Chlebnikov kan men hieronder bewonderen.
INVLOEDRIJKEen klap in het gezicht van de smaak van het publiek’ was mijn kennismaking met Chlebnikov. Als grondleggers van de futuristische beweging in Rusland hadden Majakovski en Chlebnikov een geruchtmakend manifest met deze titel in 1912 opgesteld. De beruchte dichter Majakovski kende ik wel maar wie was toch die Chlebnikov. Dat Majakovski in hem een leermeester zag en hem een ‘Columbus van nieuwe poëtische continenten’ noemde, maakte het allemaal nog spannender. Als een duveltje uit een doosje verscheen rond de tijd van mijn ‘ontdekking’ de eerste uitgave van Chlebnikovs werk in een Nederlandse vertaling. Onder de titel ‘Ik en Rusland’ maakte vertaler Willem G. Westeijn een selectie uit zijn meest toegankelijke poëzie. Tevens bevatte het boek een uitgebreide inleiding waarin het leven en werk van Chlebnikov nader verklaard werd.
De Russische dichter Velimir Chlebnikov (1885-1922) wordt gezien als de belangrijkste vertegenwoordiger van de futuristen. Een van de programmapunten van het futurisme was een speurtocht naar oorspronkelijke woord- en taalvormen. Chlebnikov’s uitdagende woord- en taalconstructies gingen vaak vergezeld van theoretische geschriften en manifesten. Een functie die Chlebnikov beoogde met zijn neologismen was het uitbreiden van de taal, het vergroten van de woordenschat. De taal was er om als dichter mee te werken. Hij zat daarom niet vastgebakken aan bestaande woorden om iets uit te drukken. De futuristen noemden hun nieuwe taal bestaande uit allerlei neologismen en klankcombinaties zaoem, wat zoiets betekent als de taal die achter of boven het verstand staat.
Verder ging Chlebnikov van de theorie uit dat woorden niet zomaar zijn ontstaan. Woorden zouden een gemotiveerde klank-betekenis relatie hebben. Echter in de loop van de tijd is die relatie weggedrukt of zelfs helemaal verdwenen. Chlebnikov wilde die verloren gegane gemotiveerdheid weer boven water halen, waardoor heden en verleden weer met elkaar verbonden zouden worden, om van daaruit een universele taal te construeren.
De ontsluiering van het wereldraadsel trachtte Chlebnikov niet alleen tot stand te brengen via de taal, maar ook via getallen. Eindeloze berekeningen heeft hij gemaakt om de wetten van de tijd vast te kunnen stellen. Naast opmerkelijke theorieën heeft Chlebnikov ook een aantal fantastische projecten gelanceerd. Zo was er het plan om een internationaal genootschap van 317 ‘wijze mannen’ te benoemen die in plaats van de bestaande regeringen de wereld zou moeten besturen. Chlebnikov benoemde zichzelf tot voorzitter van deze club van ‘presidenten van de wereldbol’.
Naast het oprekken van de grenzen van wat je met woorden kunt doen, spreken de bruisende (vaak wereldomvattende) plannen van provocateur Chlebnikov nog steeds tot mijn verbeelding. Mijn fascinatie voor het getal 11 in het algemeen en elfletterige woorden in het bijzonder zou wellicht zonder Chlebnikov geen gestalte hebben gekregen. Dat ik mezelf soms presenteer als ‘getallenman & woordensmid’ is een eerbetoon aan deze grootse Russische geest.
PJ Roggeband en het Elfletterig Genootschap
Met dank aan ‘Ik en Rusland’ van Velimir Chlebnikov. Samengesteld door Willem G. Westeijn. 1986. Uitgeverij Meulenhoff. ISBN 90 290 2144 6. Het boek duikt antiquariatisch hier en daar nog op.